Op het eerste gezicht leek de tijd er stil te staan. Maar de dikke lagen stof waarmee alles bedekt was, toonden aan dat ook hier de tijd zijn werk deed; zonder menselijk ingrijpen. De leegte was geen niets, maar leek zwanger van nieuwe mogelijkheden. Deze Atheense reeks heb ik uitgebreid naar andere plaatsen waar ik passeerde.
ANDERE TIJDSBELEVING
Voor dit project reisde hij verschillende malen naar een uithoek van Europa, zo’n drieduizend kilometer verwijderd van zijn thuisbasis. “De exacte locatie is voor mij van ondergeschikt belang,” vertelt Bassleer. Zijn fotografische opnames zijn vooral getuigenissen van een radicaal andere tijdsbeleving die diametraal staat tegenover het hedendaagse, jachtige levensritme gedomineerd door economisch gewin. “Ik duik in een andere tijdsdimensie die langzamer voortschrijdt. Het is de tijd van het stof waar weuiteindelijk allemaal in zullen bijten,” zegt hij.
Deze tijd die schijnbaar stilstaat laat zich in zijn werk op verschillende manieren gelden.
Niet in het minst in het schemerlicht dat naar binnen spoelt, en de muren grijsblauw, dof geel, of gebroken wit kleurt. De stilzwijgende tijd manifesteert zich evenzeer in de leegte waarvan de ruimtes zo intens lijken te genieten, en in de achteloos achtergelaten, onaangeroerde objecten – sporen die reeds jaren ontheven zijn van hun oorspronkelijke functie.
HERINNERINGEN
Het werk is ook opmerkelijk als historisch document dat thema’s van maatschappelijke, socio-economische en stedenbouwkundige aard aanraakt. Het herinnert aan plattelandsvluchten, en een zoektocht naar onderdak voor vluchtelingen. De foto’s herinneren aan het moderne vooruitgangsdenken en de functioneel bedoelde bouwkunst, maar de erbarmelijke toestand van de vertrekken getuigen evenzeer van het failliet van deze optimistische gedachtegang. Het is Bassleer echter niet om dit echec te doen. Zijn vanitasbeelden vestigen onze aandacht op een onderhuidse spanning die in elke hoek van deze plaatsen waart, de herinneringen die er rondsluimeren, de magie die je bijna ruikt, en – ironisch genoeg – de romantiek van de restanten van het modernisme, zonder hierbij het verval te verheerlijken. “De opbouw is voor mij gelijkaardig aan het verval. Beide vertegenwoordigen immers een constante, cyclische beweging.” Het gebruik van analoog beeldmateriaal laat de kwetsbare sfeer dan ook subliem tot zijn recht komen. De beperkingen van deze techniek en de korrel dragen immers bij aan de buitengewone kracht van dit werk.
Sofie Crabbé, 22 maart 2016